“Vroeger wilde ik graag reporter worden bij tv-programma ‘Man bijt Hond’. Ongegeneerd bij mensen binnenkijken en alles vragen wat ik wilde weten. Dat leek me fantastisch! Ik ben nieuwsgierig en mensen vertellen me vaak veel. Soms veel meer dan ik eigenlijk zou willen weten. Ongeveer tien jaar geleden ontdekte ik Humans of New York, een project van fotograaf Brandon Stanton. Ik was verrast door de krachtige boodschap die kan ontstaan als je een portretfoto en een persoonlijk verhaal combineert. Geen ingewikkelde beeldproducties of interviews vol tierelantijntjes. Gewoon goede foto’s en een quote in heldere taal. Eerlijk en eigen, precies zoals mensen zijn. Ik dacht: wat ze in New York doen, dat kunnen we in Venlo ook.

Ik heb veel geleerd van het werken aan Humans of Venlo. Ik zie direct in welke stemming mensen zijn. Zijn ze gehaast? In gesprek? Onrustig of bezorgd? De mensen die de afgelopen jaren hun verhaal deelden via Humans of Venlo waren dat zeker weten niet. Zij straalden een bepaalde rust uit. Ze waren niet bezig met hun telefoon of in gesprek met andere mensen. Zij zagen er toegankelijk uit. Open voor een ontmoeting en voor onze brutale vraag: woon je in Venlo en zo ja, mogen we je interviewen en fotograferen?.

We hebben duizenden Venlonaren gesproken en uiteindelijk vijfhonderd mensen bereid gevonden om hun verhaal te delen via onze website en sociale mediakanalen. Dat was niet altijd makkelijk. Is het koud buiten of regent het? Dan willen mensen snel naar huis. Wij ook. Is het druk op straat of is er veel geluid? Dan zijn mensen chagrijnig. Wij ook. Er zijn veel dagen geweest waarop we urenlang onderweg waren en niemand bereid vonden om met ons te praten. De dagen waarop het wél lukte maakten dat weer helemaal goed. Ik kan me elk gesprek herinneren.

Wekelijks hebben we kleine beetjes werk verzet en al die kleine beetjes hebben samen een groot, positief en verdiepend effect gehad op onze omgeving. Ik blijf nieuwsgierig naar de verhalen van mensen en ik blijf ze vastleggen. Waar, wanneer en in welke vorm dat weet ik nu nog niet.”