“Vroeger was ik altijd aan het tekenen en wilde ik naar de kunstacademie. Ik ging werken in een tattooshop met de verwachting dat ik daar klanten ging ontvangen en ging helpen met schoonmaken. De eigenaar van de shop vroeg me of ik bij hem in de leer wilde en zo ben ik begonnen met tatoeëren. Ik kan al mijn creativiteit kwijt in mijn werk en ben eigenlijk altijd bezig met tattoos. Overal waar ik ben let ik op vormen en patronen. In architectuur maar ook in de natuur. Een voordeel van tatoeëren is dat je het overal kunt doen. Ik heb al op mooie plekken gewerkt en gewoond, onder andere in Indonesië en in Nieuw-Zeeland. Venlo is altijd mijn basis gebleven. In het buitenland heb ik inspiratie opgedaan en inmiddels heb ik een hele eigen stijl ontwikkeld. In coronatijd ben ik samen met een compagnon een eigen tattooshop gestart in Venlo. Ik krijg regelmatig bezoek van klanten en tattoo-artiesten uit het buitenland. Ze vinden Venlo meestal knus en gezellig. Als ik hen rondleid door de stad vallen mij altijd nieuwe dingen op, bijvoorbeeld in de details van gebouwen. Er zijn ook altijd dingen die de ander opvallen. Dingen waar ik meestal niet meer van opkijk. Laatst zat ik op het terras met iemand en terwijl we in gesprek waren begonnen de kerkklokken te luiden. Ik praatte gewoon door maar hij was helemaal afgeleid en onder de indruk. Zoiets had hij nog nooit gehoord. Natuurlijk heb ik zulke verwondering ook meegenomen naar Venlo. Ik zie hier bijvoorbeeld veel mensen geïrriteerd met hun fietsbel rinkelen als ze op de Parade langs groepjes mensen proberen te fietsen. In veel landen zijn er in plaats van verharde wegen alleen maar stoffige zandwegen met kuilen erin. Daar kan een moeder met kinderen echt niet veilig van A naar B fietsen. Ik kan het echt waarderen dat alles hier in Nederland zo goed is geregeld.”