“Elke dag geef ik de zwerfkatten hier water en eten. Anders gaan ze weg en veroorzaken ze misschien ergens overlast. Ze weten wie ik ben en krijgen hun eten altijd bij deze boom. De vrouwtjes geef ik de pil zodat er niet nog meer zwerfkatten komen. Thuis heb ik ook katten maar de katten hier buiten zijn echt anders. Ze zijn eraan gewend om buiten te leven. Laatst hebben we geprobeerd ze een nachtje in het trappenhuis van de flats te laten logeren omdat het zo’n noodweer was. Hier moesten ze niets van weten. Ze wilden absoluut niet opgesloten zitten. Ik denk niet dat ze ooit nog ergens geplaatst zouden kunnen worden. Dat hoeft ook niet. Ze hebben het hier hartstikke fijn.”